Cometen Werck
Reading Notes on a text by Eric Jorink: Van omineuze tot glorieuze hemeltekens; Veranderende opvattingen over kometen in de Republiek in de zeventiende eeuw. Which is in: Kometen, monsters en muilezels. Uitgeverij Arcadia, Haarlem 1999, ISBN: 90-6613-008-3
Constantijn Huygens:
Ick vraegh, waer hoort sij thuis die vreeslicke Comeet, Daer elck soo veel af snapt en elck soo weinig weet Sij wandelt om en om: wie dreight sij meer of minder Een Coningh sterft in't Oost: daer over treurt men ginder.
From Huygens' poem: 'Cometen-Werck', on the comet of 15 Nov. 1680-6 Feb. 1681.
Jacob Cats:
't Is genouch voor ons te weten Dat de steerten der Cometen Voor gewis ons beelden aff Teykens van des Heeren straff.
From Cats': 'Aenmerckinge op de tegenwoordighe Steertsterre.'
Johannes Graevius:
'Want wat sietmen schoonder, wat is'er vermaeckelijker, wat vintmen aengenaemer, dan dese Hemelsche vyerige klooten, met dewelcke door den onsterffelijcken Schepper ende Werckmeester van dit Geheel-al, de openen ende als onbepaelde velden des Hemels, gelijck een tuyn met aengename bloemen, door een verwonderendwaerdige veranderinge ende schoonheyd, besaeyt ende onderscheyden zijn.'
From Graevius': 'Redenvoeringh ofte Oratie van de cometen vernietigende het gemeene gevoelen dat deselve yets quaets aenkondigen. - Utrecht 1682.
Nicolaus Mulerius:
'Wy worden daghelijcx gheleert ende vermaent, dat Godt niet alleenlijck Rechtvaerdich is, maer oock Barmhertich. Sijn rechtvaerdicheyt siet op onse verdiensten, die niet clein zijn. Want door het stadich toenemen van onsen sonden, als van suypen, brassen, proncken ende hovaerdich pralen, mitsgaders lieghen ende bedriegen, ende t'ghene wy nu verswyghen, verwecken wy Gods toorn om sijn straffe te laten gaen over landen ende luyden: Maer sijn bermherticheyt is so groot dat hy ons laet waerschouwen door sijn extraordinaris boden, als nu door dese Hemelse Trompet ende Morgenwecker.'
From Mulerus': 'Hemelsche Trompet ende Morgenwecker Ofte Comeet Met een Langebaert' (1618)
My notes:
To me as a reader, the poems by Cats and Huygens in which comets are presented as ominous signs of Gods wrath, remind me of the cold dark and forbidding view of the cosmos that resided in western society until the early nineties, when the Hubble space telescope suddenly filled the endless black void with pictures rich in textures and colors. Just think back to the menacing abyss through which the concrete and tarmacked spaceships of Battlestar Galactica drifted. Space seemed like an empty car-park, filled only with dead lumps of grey rock and hard white light from distant stars.
And after the Hubble-telescope, you get the new series of Startrek, where space is filled with coloured clouds, planets teeming with life. The space these organic spacecrafts traverse is like an underwater garden, biology now extends out from Earth to all corners or the universe as a united world, like Graevius sees in his text where comets are 'Heavenly Fiery Bollocks'.
See also ✪ Cometen Werck » http://www.cometenwerck.blogspot.com/